STAAL
Groep 4:
Blz. 56 opdracht 1 en 3
Blz. 57 opdracht 2 en 3
Blz. 58 opdracht 1 en 2
Blz. 59 opdracht 1 en 2
Groep 5:
Blz. 56 opdracht 1 en 2
Blz. 57 opdracht 1 en 2
Blz. 58 opdracht 1 en 2
Blz. 59 opdracht 2 en 3
Groep 6:
blz. 56 opdracht 1 en 3
Blz. 57 opdracht 1 en 3
Blz. 58 opdracht 1, 2 en 3
Blz. 59 opdracht 2 en 3
Thuisdictee
Afgelopen weken hebben de leerlingen voor het thuisdictee gerichte spellingafspraken geoefend. Nu wil ik jullie vragen bepaalde afspraken door elkaar te oefenen. Dat houdt in dat je niet per spellingafspraak oefent, maar de spellingafspraken door elkaar husselt. Zo moeten de leerlingen zelf nadenken bij welke afspraak het woord hoort, nadenken hoe die afspraak ook alweer in elkaar zit en dan het woord opschrijven.
Voorbeeld: ouder zegt ‘kucht’. De leerling denkt na… en bedenkt: het is een lucht-woord! Ik hoor een /g/ maar schrijf /ch/. Daarna schrijft de leerling het woord past op.
Groep 4:
oefen de spellingafspraken 1 t/m 7
Groep 5:
oefen de spellingafspraken 2 t/m 12
Groep 6:
oefen de spellingafspraken 11 t/m 16
Probeer elke dag een aantal woorden te oefenen. Niet elke dag zullen alle afspraken aan bod komen. Wel zou het mooi zijn als in de gehele week alle afspraken minstens 1x aan bod komen.
Lezen in je leesboek
Sinterklaas!
Alle leerlingen hebben een Sinterklaasboekje gekregen. Een uitgelezen kans om een stukje cultuur over te dragen. Hoe? Door samen met je kind in het boekje te bladeren, opdrachten te maken en er over te kletsen.
Ook hebben alle leerlingen een Sinterklaasspelletje meegekregen die je thuis kan spelen. Neem deze wel weer mee naar school, zodat de spelletjes onderling gewisseld kunnen worden.