De Rode Leeuw: De Nederlandse School in Beijing

Huiswerk 24 november

De afgelopen twee weken zijn verschillende kleuren aan bod gekomen. Deze week staan een aantal vormen centraal: vierkant, cirkel, driehoek, rechthoek en ovaal. Wederom kun je deze termen spelend leren, bijvoorbeeld door in de keuken, op straat of in de auto dingen aan te wijzen die een bepaalde vorm hebben (vb: waar zie je een cirkel? Wat heeft de vorm van een driehoek? etc.)

Ook zal het veel helpen als je de volgende oefeningen regelmatig doet deze week. Hierbij geldt bij alle oefeningen dat je van links naar rechts moet lezen:

Wat is het eerste woord? Potlood, penseel, bruin. Antwoord: potlood.

Wat is het laatste woord? kwast, oranje, cirkel. Antwoord: cirkel.

Wat is het middelste woord? Mengen, vormen, piramide. Antwoord: vormen. 

Wat is de eerste letter? vierkant. antwoord: v
Wat is de middelste letter? goud. antwoord: ou
Wat is de laatste letter? driehoek. antwoord: k

Daarnaast zitten er wederom 2 werkbladen in de snelhechters.

 
Comments

No comments yet.

Leave a Reply