De Rode Leeuw: De Nederlandse School in Beijing

Huiswerk 17 november

Op 11 november zijn de kleuren uitgebreid. Oefen de volgende kleuren: rood, geel, paars, blauw, bruin, zwart, groen, roze, oranje, grijs en wit. Het spelletje ‘ik zie, ik zie wat jij niet ziet en de kleur is…’ blijft een succes bij de kleuters! Een ander spelletje dat je kan spelen gaat als volgt: Leg van alle kleuren een potlood op tafel (of print de kleurtjes uit, of gebruik kralen). Iemand draait zich om of doet de ogen dicht. Op dat moment pakt de ander een kleurtje weg. Degene die zich had omgedraaid mag weer kijken en moet raden welke kleur weg is.

Ook zal het veel helpen als je de volgende oefeningen regelmatig doet deze week:

Twee dezelfde woorden herkennen:
lees van links naar rechts (ovaal, rood, roze, rood). Welk woord wordt twee keer genoemd? Rood!

Hetzelfde woord herkennen in twee zinnen:
Lees de twee zinnen die naast elkaar staan (de deur is blauw geverfd. Ik vind blauw een mooie kleur). Welk woord hoor je in beide zinnen? Blauw!

Langste of kortste woord:
Lees de twee woorden die naast elkaar staan (groen, driehoek). Welke is het langst? Driehoek. De volgende keer dat je de oefening doet, kan je vragen welk woord het kortst  is.

Daarnaast zitten er wederom 2 werkbladen in de snelhechters.

 
Comments

No comments yet.

Leave a Reply