Vaak als ik de les wil afsluiten met een spelletje, vragen leerlingen of ze dan iets anders mogen doen. Natuurlijk niet! Want ondanks dat we ‘maar een spelletje spelen’, zijn we bezig met de Nederlandse taal. En dan met name met mondelinge taal en woordenschat.
30 Seconds (helaas, de titel is Engels) is erg populair. Twee teams gaan de strijd tegen elkaar en tegen de zandloper aan. Eerst wordt er met de dobbelsteen gerold. Je rolt een 0 of een 1. Eén speler van het team krijgt een kaartje en gebruikt de groene kant als de pion op een groen vakje staat en de oranje kant als de pion op een oranje vakje staat. Op het kaartje staan 5 begrippen die met Nederland te maken hebben. De zandloper wordt omgedraaid en in 30 seconden moet de speler zoveel mogelijk begrippen omschrijven. Het goede aantal antwoorden is het aantal plaatsen dat je pion vooruit mag. Maar… heb je een 1 gerold, dan moet mag je één plek minder vooruit.
Ook is Dilemma op Dinsdag populair. Het officiële spel is onderweg, maar in de tussentijd gebruiken we powerpointpresentaties met dilemma’s. Bij elke dia staat een dilemma centraal waarbij de leerlingen een keuze moeten maken en moeten onderbouwen. Hieronder een aantal voorbeelden.
Tot slot hebben we tik-tak-boem weer uit de kast gehaald. Dit lijkt een spel voor de jonge leerlingen, maar valt bij de oudere leerlingen ook erg in de smaak! Er wordt een kaart omgedraaid met een onderwerp erop, zoals ‘in het bos’ of ‘bij de bakker’. De bom wordt aangezet en begint te tikken. Je noemt iets op wat je ‘in het bos’ of ‘bij de bakker’ kan vinden en geeft de bom door. Ontploft de bom in jouw handen, dan krijg je de kaart. Degene die met de minste kaarten wint.
Spelen jullie thuis wel eens een (Nederlands) spelletje?!